Het land Gambia
Het is een klein land, maximaal 45 kilometer breed en totaal 480 kilometer lang (10.700 m²) en ligt in west Afrika. Er wonen ongeveer 2 miljoen mensen. De voertaal is Engels, maar tussen de bevolking onderling worden er diverse Afrikaanse talen gesproken. Het land ligt ingesloten in Senegal, wat Franstalig is. Alleen in het westen is er een kuststrook met de Atlantische Oceaan.
Stukje geschiedenis
Gambia is een in het verleden politiek kunstmatig gecreëerd land, verband houdend met de Gambiarivier en de slavernij. Door de handel, welke zich hoofdzakelijk langs en over de grote rivier afspeelde, was het economisch gezien een heel belangrijke rivier voor alle handeldrijvende landen. Oorlogen zijn om de rivier gevoerd, met name tussen de Engelsen en de Fransen. De baten kwamen niet ten goede aan het land. De opbrengst van de handel gingen naar de landen, die de handel dreven. Na de afschaffing van de slavernij, was Gambia een kolonie van Groot Brittanië. Toen zijn er enorme pinda plantages opgezet. Na het koloniale tijdperk was het voor de plaatselijke bevolking onmogelijk, om deze plantages te beheren en rendabel te houden. Het ontbrak aan kennis en kunde.
Gambia nu
Het inkomen van het land komt voornamelijk van het toerisme. De meeste toeristen komen voor het prachtige zonnige weer en de mooie stranden. De plaatselijke bevolking leeft hoofdzakelijk van visserij en landbouw, alles heel kleinschalig. Er is veel werkloosheid, omdat er in het land weinig industrie is. Ruilhandel komt veel voor. Als mensen daar werk hebben, verdienen zij ongeveer 1200 dalasis; 1 euro (EUR) is ongeveer 55 Gambiaans Dalasi (GMD). Van de Gambianen wordt verwacht, dat zij als familie een sociaal netwerk vormen. Dat wil zeggen, dat zij ook zorg dragen voor degenen, die geen inkomen hebben. Dat legt een zware wissel op degenen die wel werken, zoals iemand schreef, die daar werkt
Onze watchman (bewaker van onze compound) zegt bijvoorbeeld: “Ik wil een bankrekening. Als ik geld op de bank heb staan en mijn broer komt vragen om geld, kan ik zeggen dat ik het niet heb. Als ik het geld in mijn zak heb, kan ik dat niet zeggen.” Hij heeft nu met onze compound-eigenaren (Nederlanders) geregeld dat zij de helft van zijn loon voor hem sparen. Zelf kan hij dat niet.