De drempel tot het onderwijs is hoog. Heel veel kinderen gaan niet naar school omdat de ouders het schoolgeld niet kunnen betalen. Schoolgeld is verplicht. Voor de lagere school is het ongeveer € 60- per jaar incl. schooluniform, schooltas en schoenen. Het gemiddelde inkomen ligt ongeveer op € 40,- per maand. Het voordeel van een schooluniform is dat er geen onderscheid is tussen arm en rijk.
Het schoolgeld voor de middelbare school varieert sterk en is afhankelijk van welke school. De kosten variëren tussen de € 100,- en € 200,- per jaar. Soms komen daar nog boeken en schriften bij. Een privé school is nog veel duurder, maar dat zie je wel terug in de kwaliteit van het onderwijs.
Het onderwijs van kleuter en basisscholen is gericht op kennis “stampen”. Daardoor ontbreekt het aan inzichtelijke kennis en de daaraan gekoppelde vaardigheden. Het analytisch vermogen is onderontwikkeld in vergelijking tot ons Nederlanders. Het gevolg van het “stampen” wordt vooral zichtbaar als jongeren van de middelbare school afkomen. Er is bijna geen kind, dat direct kan doorstromen naar het hoger beroepsonderwijs of naar de universiteit. De eisen zijn zo hoog dat minimaal één jaar extra bijscholing nodig is.
Voor de verpleegkundige opleiding bijvoorbeeld is het vereist, dat je niet alleen minimaal een 8 scoort op de bèta vakken als wiskunde, scheikunde en natuurkunde, maar ook op Engels.